En de zon ging op

De laatste nota’s zijn verstuurd. De praktijkruimte verkocht. De handtekening is gezet. De onverwachtse verhuizing vanuit Friesland naar de  Achterhoek is alweer dik twee maanden geleden. Als bonus kwam daar de verkoop van mijn prachtige atelier nog bij. En dat allemaal midden in mijn jubeljaar. Het jaar, waarin ik een stapje terug heb gedaan om ruimte te creëren voor iets wat er nog niet was en/of is.

Ik was en ben vooral nieuwsgierig: immers een jubeljaar is het jaar van teruggave, terugkeer, vrijlating en rust. Die formule heb ik niet zelf bedacht, maar is geïnspireerd op de bijbel. Het jubeljaar valt in het vijftigste jaar na elk zevende sabbatsjaar. Elk zevende jaar moest het land onbewerkt blijven, zodat het land ‘op adem kon komen’ om daarna weer volop vrucht te kunnen dragen. In onze tijd hebben we dit breder getrokken en is een sabbatical een tijd waarin de ziel op adem mag komen. Moet je dus nagaan wat er kan gebeuren als het om een jubeljaar gaat.

Wat me vooral fascineert, zijn de vier woorden die als richtingaanwijzers om dat jubeljaar heen dansen: teruggave, terugkeer, vrijlating en rust. Teruggave heeft vrij letterlijk vorm gekregen in het Jubelkastje, waarin cadeautjes staan voor toevallige voorbijgangers. Mijn hart maakt hierbij voortdurend dansjes: ik geniet van het inpakken van mijn overvloed, van het maken van de strikjes aan de verpakking, van de gedachte dat mensen er blij van worden. Oké, oké, iets minder hoogdravend: ik geniet ervan om sinterklaas te zijn in de zomer, in de herfst, gewoon op alle dagen van het jaar.

Maar ook op een diepere laag speelt teruggave een rol. Ik geef terug door los te laten. Los te laten wat hoort, wat wordt verwacht en vooral: controle. Ik geef terug, want: wat is er nu daadwerkelijk van mij? Ik geef terug wat ik door de jaren heen heb mogen ontvangen en ook: waar ik keihard voor heb gevochten. Niet voor niks heb ik mijn praktijk de naam Bij de Jabbok gegeven: daar waar geworsteld wordt met God, met het leven. Vanuit een hardnekkige weigering om te geloven dat onrecht het laatste woord heeft. Gericht op de hoop dat de zon gaat doorbreken, zoals die doorbrak in het verhaal van Jacob bij de Jabbok.

Hartstochtelijk dóórgaan met hopen, geloven, liefhebben, tegen de stroom in. Niet opgeven, omdat Hij, God, toch altijd weer groter blijkt te zijn dan mijn ongeloof en nog een miljoen keer creatiever dan ik ooit zal zijn. Net als Jacob heb ik gevochten, geworsteld met God. Dat zal nog wel een tijdje doorgaan. Maar er zijn en zullen ook momenten zijn, dat ik zonnestraaltjes voel kriebelen: immers: bij Jacob lezen we dat na zijn strijd ‘de zon over hem opging’.

Hoe het met die andere drie woorden zit? Terugkeer, vrijlating en rust? Ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat die zullen volgen in het ritme van teruggave. Van loslaten. Van niet meer alles onder controle willen hebben. Jacob kon dat ook zo goed; hij bedacht allemaal plannetjes om maar grip, controle te hebben. En daarmee maakte hij het voor zichzelf en anderen nogal eens (onnodig) ingewikkeld.

Op de een of andere manier gaat terug keren misschien wel over terugkeren naar de basis, naar God. Naar vertrouwen in plaats van naar controle. En ik vermoed dat waar vertrouwen groeit, vrijheid groeit en waar vrijheid groeit, rust, innerlijke rust ontkiemt. Zou dat die zon zijn, die opkomt na de worsteling?

Post Author: Julia Molenaar